Elfen zijn een veranderlijk ras; zij passen zich zowel in gedrag als in uiterlijk aan aan de omstandigheden waar ze leven. Zo hebben zich over de eeuwen heen meerdere subrassen gevormd.
Van de negen elfenrassen die aan het begin van de creatie de wereld bevolkten, bestaan er momenteel nog zes: de windelfen, woudelfen, maanelfen, zonne-elfen, ivoren elfen en grijze elfen. Drie rassen zijn uitgestorven: de chaoselfen, drakenelfen en goudelfen. Daarnaast heeft zich drieduizend jaar geleden een nieuw ras gevormd: de bloedelfen. De verschillende elfen-rassen kunnen onderling kinderen krijgen. Het resultaat hiervan worden bastaarden genoemd.
Elfen hebben een grote affiniteit met het element lucht, met als gevolg dat ze zich hier op magisch gebied verder in kunnen ontwikkelen dan andere rassen.
Elfen staan bekend om hun lange levensduur; ze sterven niet van ouderdom maar op een moment dat ze voelen dat hun leven voltooid is. Gemiddeld gebeurt dat pas na zo’n 800 jaar. Als ze een zwaar leven hebben gehad, kunnen elfen het ook aanzienlijk eerder opgeven. Tegelijkertijd zijn er voorbeelden bekend van elfen die juist veel langer leven, meestal omdat ze ervan overtuigd zijn dat hun werk er nog niet op zit. Koningin Melissandra is met haar 3000+ jaar daar (voor zover bekend) het oudste voorbeeld van.
Uiterlijk lijken elfen veel op mensen, al zijn er enkele kleine verschillen. De meest opvallende daarvan zijn hun puntige oren. Minder opvallend is hun slankere, gracieuze lichaamsbouw en ietwat scherpere gelaatstrekken. Sommige subrassen hebben daarnaast nog specifieke uiterlijke kenmerken.
Door hun lange levensduur zijn elfen over het algemeen wijzer en bedachtzamer dan korter levende rassen. Ze hebben een groot relativeringsvermogen en maken ze zich niet zo snel druk om zaken die voor korter levende rassen wel belangrijk zijn (“Ach joh, over dertig jaar merk je daar helemaal niets meer van”). Als gevolg daarvan worden ze door andere rassen vaak als arrogant gezien. De elfen op hun beurt vinden dat weer onvolwassen.
Elfen stellen hoge eisen aan hun jongelingen; alhoewel een elf net als bij de meeste rassen fysiek al rond een jaar of twintig volwassen is, worden ze pas rond hun 100e echt voor vol aangezien. De tussenliggende jaren brengen ze meestal door met studie en het opdoen van levenservaring.
Meer informatie